Als er iets in ons land een melkkoetje is, dan is het de auto wel. Een goed voorbeeld is de prijs van benzine, die voor het grootste gedeelte is opgebouwd uit accijns en belastingen. Daarnaast heb je nog te maken met iets dat wegenbelasting heet, een onderwerp waarover op politiek niveau ook volop gediscussieerd wordt. Eén van de meest recente redenen om de prijs van auto’s verder op te drijven is het verbieden van “de kosten rijklaar maken”.
Deze kosten rijklaar maken zijn een doorn in het oog van autokopers. Je denkt immers een bij jouw budget passende auto gevonden te hebben, maar komt er bij de dealer al snel achter dat dit niet de werkelijke prijs is die je af moet rekenen. Deze bijkomende kosten variëren per auto, maar er zijn voorbeelden te noemen waarbij deze oplopen tot €1500,-. Omdat de kosten rijklaar maken niet langer apart berekend mogen worden drukken autoverkopers deze gewoon bij de prijs op. Tsja, en wat doe je dan? Toch maar je budget overschrijden of ben je het echt beu en zoek je je heil ergens anders?
Steeds meer mensen kiezen voor dit laatste en besluiten om hun auto in het buitenland te gaan kopen. Duitsland is hierbij een geliefd land. Het is een auto minnend land met een gigantisch aanbod aan nieuwe -en gebruikte auto’s. Ook België is populair, omdat ook hier het aanbod groot is en de prijzen een stuk lager. De tendens dat meer mensen kiezen om hun auto in het buitenland aan te schaffen blijkt ook uit de cijfers omtrent het importeren van auto’s. Het jaar 2016 is wat dit betreft een topjaar geweest en het ligt in de lijn der verwachting dat ook 2017 de boeken in zal gaan als een goed jaar voor de sector die zich bezig houdt met het importeren van auto’s.
Keer op keer de prijs van auto’s verhogen lijkt nu zijn keerzijde te krijgen. Een markt die in Nederland onder druk staat maakt het zichzelf door genoemde maatregelen niet makkelijker. De lachende derde? Dat is degene die zijn auto uit het buitenland haalt.